Thema: Ik ben niet bij mijn handeling betrokken.' Bhagavad Gita V 8-9: Door je te identificeren met je diepste, innerlijke Zelf, besef je dat het de zinnen zijn die zich temidden van de zintuiglijke prikkels bewegen en niet jij. Het maakt niet uit of het nu zien, horen, voelen, ruiken, eten, lopen, slapen, ademen, praten, …
Thema: Ik ben niet bij mijn handeling betrokken.’
Bhagavad Gita V
8-9: Door je te identificeren met je diepste, innerlijke Zelf, besef je dat het de zinnen zijn die zich temidden van de zintuiglijke prikkels bewegen en niet jij. Het maakt niet uit of het nu zien, horen, voelen, ruiken, eten, lopen, slapen, ademen, praten, of het uitscheiden van afvalstoffen betreft. Je moet denken: ‘Ik ben niet bij de handeling betrokken.’
De spirituele ogen zijn naar binnen gericht, de fysieke ogen zijn onthecht. Distantieer je van wat de zintuigen waarnemen en van wat je organen van handeling doen. Dat betekent niet dat je onverschillig bent. Integendeel.
Gebruik je ademhaling om je tot rust te brengen.
Voed je met de energie van de natuur om je heen, met de wind, met de zon, met de regen. Maak verbinding. Verbinding met je diepere Ik, die is Liefdevol, vredig, harmonieus.
Dan zullen al die dingen waardoor jij normaal aangetrokken worden, minder macht over je hebben. Een aspect daarvan: Het waarnemen blijft doorgaan, maar je verbindt geen mening, geen oordeel over wat je waarneemt, je ontwikkelt het vermogen van Pratyahara, het terugtrekken van de zintuiglijke waarneming.
1. Reinigende ademhaling
2. Concentratie op het thema ‘Ik ben niet bij mijn handelingen betrokken.’
3. Yoga ademhaling
4. Vlinderen en op- en achterover strekken
5. Hurk- en Stahouding. Handen met gekruiste vingers voor het lichaam, voeten iets uiteen, schouders ontspannen. Op UIT met rechte rug een centimeter op 20 door de knieën zakken. Houd de voeten plat op de grond. Driemaal.
Herhaal, nu veertig cm zakken. Driemaal
Herhaal, nu zo diep mogelijk. Driemaal
6. Akarna Dhanurasana (Boogschutter) Deze houding vraagt het buitensluiten van alle impulsen, zodat je geconcentreerd kunt blijven op je doel, verbonden met… Je adem. Op IN de pees van de boog aanspannen, op VAST samensmelten met je doel en op UIT laat je de pijl los en wordt je één met je doel.
7. Paschimottanasana (De Tang), gevolgd door de Gedraaide Tang. Een vooroverstrekking (dus met rechte rug), waarbij je de achterkant van het lichaam strekt. Rechtop zitten, gestrekte benen. Op IN armen opstrekken, maak je lang, op UIT scharnierend vanuit het bekken naar voren strekken en je handen laten landen op je tenen (of als je dat niet redt: je schenen of je knieën). Net voor een volgende INademing richt je het hoofd iets op, kijk naar je tenen. Ga met je aandacht naar de onderrug en dan vanuit die plaats op IN met je aandacht omhoog, je wervelkolom strekkend, je maakt je rug recht en lang. Op UIT met gestrekte rug naar voren en beneden, blijf naar je tenen kijken en op het eind van je UITademing je hoofd laten zaken, breng je voorhoofd richting te benen. Herhaal vijf keer. Daarna blijf je in de voorovergestrekte houding zitten. Schouders ontspannen. Na vijf ademhalingen de rug en armen in één rechte lijn strekken, op IN rechtop komen en je lang maken, handen samen en op UIT armen laten zakken en duimen voor het borstbeen. Herhaal aan de andere zijde.
8. Teryaka Paschimottanasana (Gedraaide Tang). Start is idem, maar nu na het Opstrekken de armen gekruist naar beneden, zodat je met de rechterhand naar de linkervoet gaat en met de linkerhand naar de rechtervoet. Rechterarm onder de linkerarm. Op de INademing draai je de rechterschouder omhoog, de linkerschouder omlaag, zodat je met het borstbeen naar de rechterkant wijst. Als je lichaam de ruimte daarvoor heeft: ontspan en buig je rechter elleboog. Je draait je hoofd dezelfde kant op, zodat je onder je rechterarm door kijkt. Zo mogelijk de schouders in één verticale lijn brengen. Rustig doorademen. Na vijf ademhalingen op de UITademing de schouders weer recht draaien, op IN met gestrekte armen rechtop komen, maak je lang. Op UIT met de handen tegen elkaar, duimen voor het borstbeen. Herhaal aan de andere zijde.
9. Koormasana (Schildpad). Een zittende, voorovergebogen houding, je hoofd richting je voeten, je aandacht volledig naar binnen getrokken. Indien last van je onderrug: gebruik een dik kussen om op te zitten.
Bij beëindiging rustig omhoog komen, neem de tijd. Na afloop ter compensatie op de rug liggen en rollende bewegingen maken.
10. Setu Bandhasana (Brughouding)
11. Bhramahri Pranayama (Zoekende Bij)
12. Yoga nidra (Kennis van de Bewuste Slaap) met Sankalpa
13. Meditatieve stilte